De Wozen of (Sindarijns) Drúedain is een fictief volk (of een verzameling volken) uit de werken van J.R.R. Tolkien.
De Wozen zijn klein en gedrongen van gestalte en hebben donkere ogen waaruit geen uitdrukking valt op te maken. Bij woede kleuren de ogen rood. Ze hadden geen haargroei op het lichaam en op het gezicht slechts wenkbrauwen en bij een enkeling een heel klein baardje.
Hoewel er overeenkomsten zijn met Hobbits benadrukte Tolkien dat deze volken absoluut niet verwant waren. Niet alleen zijn er uiterlijke verschillen, zoals haargroei en lichaamsbouw, ook is de volksaard geheel anders. Hobbits waren vrolijk en uitbundig en hadden de neiging de dag te plukken. Drúedain daarentegen waren oppassend en lachten zelden. Verder konden Drúedain dagen achtereen stilzitten en mediteren, zodanig dat ze wel eens met hun eigen waakstenen verward werden.
De Wozen hadden groot respect voor levende wezens en doodden ze niet graag, behalve orks, die zij haatten. Tegen de orks zetten ze dan ook dodelijk giftige pijlen in, wat ze tegen andere vijanden nooit deden en die ze zelfs na de strijd vaak van hun wonden genazen.
De Wozen bezaten een kennis van de natuur die de kennis van de Elfen benaderde, en waren derhalve zeer bedreven in de geneeskunst. Ook hadden ze de gewoonten om standbeelden te maken die bij de toegangswegen van gebieden werden geplaatst als 'bewakers', zogenaamde 'waakstenen'. Deze waakstenen waren altijd standbeelden van de maker zelf, zouden bijzondere krachten hebben wanneer ze door individuele Drúedain hiermee begiftigd waren, en hun meesters indien nodig te hulp schieten. Dit betekende wel dat betreffende persoon ook de opgelopen kwetsuren van de waaksteen moest delen, vergelijkbaar hoe Sauron zijn eigen essentie in de Ene Ring inbracht en hierdoor ook van deze Ring afhankelijk werd. Wanneer Orks niet in grote groepen waren, was de aanblik van deze standbeelden al voldoende om hen rechtsomkeert te doen maken.