Zeezout is een zout dat wordt gewonnen door zeewater in te dampen. Het wordt gebruikt als een ingrediënt in de keuken en sommige cosmetische producten.[1] Zout dat aan land wordt gewonnen is ook afkomstig uit zeewater, dat in de oudheid is opgedroogd.
In het zeewater bevinden zich diverse zouten in opgeloste toestand. Eén liter zeewater bevat ongeveer 35 gram zouten:
Door deze samenstelling heeft zeezout een andere smaak dan keukenzout, dat voornamelijk uit natriumchloride bestaat.
Zeezout wordt door sommigen beschouwd als een gezonder alternatief voor keukenzout[2], dat gebruikt mag worden als de dokter een zoutloos dieet voorschrijft. Ten onrechte, want zeezout bestaat voornamelijk uit gewoon NaCl.
In verschillende landen, waaronder China en India, was zeezout voorheen de enige bron voor zout. De verkoop van zeezout was een grote bron van inkomsten voor de regering. Rond 110 v.Chr. werd in China door de toenmalige heerser Wu van Han het monopolie op de zouthandel opgeëist. Illegale handel werd bestraft met de doodstraf. Veel landen, waaronder ook veel Europese, voerden een zoutbelasting in.
In 1882 stelde het Britse bestuur van India een belasting in op zout.[3] Dit leidde in 1930 tot de beroemde zoutmars van 12 maart tot 5 april die werd aangevoerd door Mahatma Gandhi. Demonstratief liepen Gandhi en zijn aanhangers naar de oceaan om eigen zout te winnen, liever dan de Britse zoutbelasting te betalen.[3]