Zijl is een ander woord voor spuisluis, dat vanouds vooral in Friesland, Groningen, Oost-Friesland, Oldenburg en Sleeswijk-Holstein gebruikt wordt. In het Fries spreekt men van syl, in het Gronings van ziel en in het Nederduits van Siel.
Het woord komt ook voor in de vorm zijlvest of Sielacht, dat 'waterschap' of 'uitwateringsorganisatie' betekent. Een kanaal dat naar een zijl leidt, wordt doorgaans zijldiep of Sieltief (soms ook zijlroede, zijltocht, zijlmaar, zijlsloot, Sielgraben, Sielwetterung of Sielzug) genoemd.
De waterschapsbelasting voor onderhoud van een zijl werd zijlschot genoemd; de sluiswachter heette zijlwaarder, waarman of zijlmeester (1428). Het ambt was gewoonlijk verbonden met het gebruik van een ambtswoning met een bijbehorend perceel land. Dit zijlhuis of zijlwaardershuis diende gewoonlijk als vergaderplek en herberg. Bij enkele boezemwaterschappen sprak men ook wel over een zijlvest(enij)huis (Schouwerzijl, Onderdendam, Delfzijl).
Een zijlbrief of zijlboek is het reglement van een zijlvest. Zijlschot is een vorm van waterschapsbelasting, bedoeld voor het onderhoud van de zijl en andere voorzieningen. De bestuurders of zijlrechters van een zijlvest werd ook wel als zijlvest(er) of schepper betiteld. Een zijleed was een onderdeel van een zijlvest.
In de zuidwesthoek van Noord-Brabant had zijl de betekenis van 'grondduiker', met als kenmerkende benaming ondersijl.[1] In Hollandse steden als Schiedam en Gouda waren zijlen vaak smalle, vaak ook overkluisde, dwarsverbindingen tussen parallel lopende grachten.[2] Deze dienden om door schuren of spuien het water in deze grachten te laten doorstromen of te verversen.
Een binnenzijl heette in het Oudfries een insīl (12e eeuw); dit in tegenstelling tot een uuthzyl (1464) bij de buitendijk. Een blokzijl (Fries: blocksyl) was een kokersluis die gemaakt werd van zware houten balken en geschikt was om schepen door te laten. Een voorbeeld was de Leppasluis in de Dokkummer Ee uit 1478. De sluiskoker mat zes bij zes meter en had drie paar deuren en een extra schotdeur, die moest het scheepvaartkanaal bij eb droogviel. Aan een dergelijke constructie is vermoedelijk de plaatsnaam Blokzijl (1542) ontleend.
In de stad Hamburg in Duitsland werd het woord Siel gebruikt voor een hoofdbuis van het rioolnetwerk. Het Abwasser- und Sielmuseum sloot zijn poorten in 2009.