Zijner Majesteits, afgekort Zr.Ms.[1], is het voorvoegsel dat aan de scheepsnaam van schepen van de Nederlandse Koninklijke Marine voorafgaat. Is het staatshoofd een koningin dan gebruikt men het voorvoegsel Harer Majesteits, afgekort Hr.Ms..
De term Z.M. schip van oorlog werd voor het eerst gebruikt nadat Koning Willem I het koningschap van Nederland had aanvaard, naast de term 's konings schepen van oorlog en Zijner Majesteits Schepen en Vaartuigen. In officiële documenten werd nog altijd de naam van het schip zonder voorvoegsel gebruikt. Pas in 1817 werden oorlogsschepen ook in officiële documenten het voorvoegsel "Zijner Majesteits Schip" en de afkorting "Z.M." gebruikt.
Bij de troonswisseling van 30 april 2013 vond tijdens de inhuldiging voor het eerst sinds 1890 op ceremoniële wijze ook een "predicaatswisseling" plaats aan boord van de Evertsen, liggende aan de Veemkade in Amsterdam.[2]
In de Circulaire Zeemacht 1569cc van 1988 werd de spelling formeel vastgelegd. De regeling bevat onder andere de volgende bepalingen:
Op deze manier wordt aangegeven dat het schip behoort aan de koning(in), waarbij de staat in hem (haar) wordt gepersonifieerd. Sleepboten en sommige kleine hulpvaartuigen (zoals het opleidingsschip Van Kinsbergen) ontberen het predicaat.
Internationaal wordt voor de schepen van de Nederlandse Marine het voorvoegsel HNLMS gebruikt: de afkorting van His (Her) Netherlands Majesty's Ship.
Het schip krijgt zijn Koninklijke prefix pas op het moment van indienststelling: het wordt met alleen een naam gedoopt en in de tijd tussen de doop en de indienststelling wordt de naam zonder prefix gebezigd. Na de laatste uitdienststelling vervalt meteen ook het prefix (NB logement- en wachtschepen konden vroeger nog onder militair commando staan en hun prefix behouden, maar de tijd van logementschepen is voorbij). Zo mag bijvoorbeeld de Tonijn (de driecilinder onderzeeboot als museumschip van het Marinemuseum in Den Helder) niet langer het prefix voeren. In het verleden verloor het schip in periodes van tijdelijke uitdienststelling (voor onderhoud e.d.) ook telkens tijdelijk zijn prefix, maar tegenwoordig doet men dat anders en blijft het prefix van kracht.[3]
In de maritiem-historische literatuur worden de spellingsregels van de circulaire niet slaafs overgenomen. Voor de leesbaarheid van een tekst is het daar al sinds jaar en dag gewoonte de naam van een schip (marine of koopvaardij) cursief weer te geven en niet in hoofdletters. In teksten wordt het prefix Hr.Ms. (of tegenwoordig Zr.Ms.) wel conform de marineregels gehanteerd, tenzij de auteur niet van de conventie op de hoogte is, maar daar zou een eindredacteur op moeten letten. Meestal wordt het prefix de eerste keer dat de naam van een marineschip wordt vermeld conform de regels gebruikt, daarna kan het in dezelfde tekst weggelaten worden, al kan het ook opnieuw gebruikt worden: de keuze is aan de auteur. Bij foto-onderschriften gebruikt de marine het prefix altijd, tenzij ook daar de naam twee of meer keer wordt genoemd.