Een zoutziederij of zoutkeet is een werkplaats voorzien van een kookinrichting om een geconcentreerde zoutoplossing in te dampen en het zout, bij wijze van productie- en raffinagetechniek, te laten kristalliseren. Zout was (en is nog steeds) een essentieel product voor het conserveren en vervoeren van vis. De zoutziederijen kwamen op nadat de moernering in de 16e eeuw werd verboden wegens het gevaar ervan voor de kustverdediging.
Zoutzieders werden door zoutwaterschepen bevoorraad met zeewater om daarin te raffineren ruw zout te koken of er zouthoudende as van gedroogde en verbrande zilte veenaarde mee uit te logen.
De zoutziederijen bevonden zich in de vroege Middeleeuwen binnen de stadsmuren. Ze waren dikwijls de oorzaak van grote stadsbranden; daarom werden de werkplaatsen later buiten de stad gebouwd.