De zwarte lijst van Hollywood (Hollywood blacklist), in bredere zin ook bekend als de zwarte lijst van de entertainmentindustrie, was een door de Amerikaanse overheid opgestelde lijst van scenarioschrijvers, acteurs, filmregisseurs, muzikanten en andere professionals uit de entertainmentindustrie, aan wie vanwege hun politieke overtuigingen of aanhang werk in de Amerikaanse filmindustrie werd geweigerd. De lijst werd voor het eerst opgesteld op 25 november 1947, en bleef tot ver in de jaren 50 gehandhaafd.
De lijst kwam voort uit de Rode Angst in een periode dat het Mccarthyisme hoogtij vierde. Mensen op de lijst werd onder andere werk geweigerd omdat ze aanhangers zouden zijn van de Communistische Partij van de Verenigde Staten. Ook deelname aan communistische praktijken of een vermoeden ervan was een argument om mensen op de lijst te plaatsen, evenals het weigeren om mee te werken aan onderzoek naar de praktijken van de communistische partij. Op deze manier wilde de overheid voorkomen dat ze hun films zouden gebruiken om communistische propaganda te verspreiden onder de Amerikaanse bevolking.
De zwarte lijst eindigde in 1960, toen Spartacus-acteur Kirk Douglas erop aandrong dat scenario-schrijver Dalton Trumbo op de lijst van credits kwam te staan. Trumbo stond op de zwarte lijst, en Douglas doorbrak hiermee het taboe waarna andere films volgden.[1]