Kolpak | ||
---|---|---|
Datum | 8 mei 2003 | |
Partijen | Deutscher Handballbund eV / Maros Kolpak | |
Zaak | C-438/00 | |
Instantie | Europees Hof van Justitie | |
Adv.-gen. | C. Stix-Hackl[1] | |
Procedure | prejudiciële vraag uit Duitsland | |
Procestaal | Duits | |
Regelgeving | art. 48 EEG-verdrag, art. 38 Associatieovereenkomst Gemeenschappen-Slowakije[2] | |
Onderwerp | vrije verkeer van werknemers | |
Vindplaats | Jur. 2003, p. I-04135 | |
ECLI | ECLI:EU:C:2003:255 | |
CELEX | 62000CJ0438 |
Het arrest Duitse Handbalbond / Maros Kolpak, kortweg Kolpak-arrest genoemd, is een uitspraak van het Europees Hof van Justitie van 8 mei 2003 (zaak C-438/00), inzake het vrije verkeer van een Slowaakse werknemer in een lidstaat van de Europese Gemeenschap op grond van een associatieovereenkomst met Slowakije.
Artikel 38, lid 1, van de Associatieovereenkomst Gemeenschappen-Slowakije (AGS), dat is opgenomen onder het kopje Verkeer van werknemers, luidt:
Volgens de in elke lidstaat geldende voorwaarden en modaliteiten: [eerste streepje] – is de behandeling van werknemers die onderdaan zijn van de Slowaakse Republiek en die wettig op het grondgebied van een lidstaat zijn tewerkgesteld vrij van elke vorm van discriminatie op grond van nationaliteit ten opzichte van de nationale onderdanen, wat betreft de arbeidsvoorwaarden, de beloning of het ontslag;